Ondertussen, in Cupertino… (9)
De man die al enige tijd in de gang stond te drentelen schraapte nog maar eens zijn keel. Zijn handpalmen voelden klam – iets dat de zacht zoemende airco indachtig zeker niet aan het kantoorklimaat te wijten kon zijn. Voor de derde keer hief hij zijn hand, van de gekromde vingers de middelste licht naar buiten gestoken. Zou hij…?
Een zachte zucht ontsnapte zijn keel, terwijl een lichte huivering onwillekeurig langs de ruggengraat naar beneden trok. Er was geen weg terug: hij had het toegezegd aan the board, en daarbuiten: het was de hoogste tijd. Nog eenmaal haalde hij diep adem en toen, eindelijk, sloeg zijn vinger een zachte roffel op de massief eikenhouten deur.
Geen antwoord. Nog maar eens een roffel, iets luider dit keer.
– Binnen.
De lijzige stem die hem kantoor in noodde klonk een weinig lethargisch, verveeld bijna. De man voor de deur trok omzichtig met beide handen de broekriem wat richting zijn massieve middenrif – een tevergeefs gebaar, want zodra hij het leder had losgelaten gleed zijn gesp als vanzelf weer de schaamzone in. Hij opende deur en stapte naar binnen, zijn gebruikelijke jovialiteit op de gang achterlatend.
– Nee maar, Phil! Wat kan ik voor je betekenen, kerel? Neem plaats, neem plaats…
De man achter het bureau had, zijn informele kledij niettegenstaande, een duifgrijs voorkomen: van zijn haar tot aan zijn sokken leek hij ondergedompeld in een onkreukbare saaiheid. Met een verveeld gebaar wees hij in de richting van een stoel.
De man die het kantoor was binnengekomen liet zich zakken in een bescheiden clubfauteuil, die maar nauwelijks op zijn taak berekend leek. Na een laatste aarzeling, die een eeuwigheid leek te duren, begon hij zijn betoog: eerst nog hakkelend, maar allengs zekerder van zichzelf kwam het hoge woord eruit:
– Ik verveel me, Tim.
De duifachtige verschijning aan de andere zijde van het bureau veinsde verbazing.
– Je verveelt je? Hoe bedoel je, waarde Phil? Je verveelt je? Hier, in Cupertino, bij de grootste en de beste, waar je werk je levenswerk kan zijn, zelfs in het weekeinde?
Phil kon zich dat briefje aan het begin van zijn eerste werkdag nog maar al te goed herinneren. Hij had zich sinds de middelbare school niet meer zo badinerend aangesproken gevoeld. Hij sloeg zijn ogen op en keek Zijne Grijzigheid recht in het gelaat.
– Ja, Tim, ik verveel me. Hier in Cupertino. Hier bij Apple. Ik bedoel: wat hebben we het laatste half jaar nou helemaal gedaan? Een ouwe iPhone opgekalefaterd. En een nieuwe schermpje in een iPad gemonteerd. Dat was het wel zo’n beetje…
– Nou, nou… Phil! Kalmpjes aan, dan breekt het lijntje niet. Het valt toch allemaal wel mee?
Geagiteerd wurmde Phil vijf worstenvingers in zijn rechterbroekzak en haalde ze weer naar buiten, een verfrommeld kladje tussen duim en wijsvinger geklemd.
– Nee, Tim. Er valt helemaal niets mee. Laten we eens kijken wanneer we voor het laatst wat updates hebben uitgebracht… MacBook Pro: 197 dagen geleden. iMac: 236 dagen. MacBook Air: 293. Mac mini: 293. En als hoogtepunt de Mac Pro: vandaag is het precies 651 dagen geleden sinds we daar voor het laatst iets aan veranderd hebben. Nee Tim: er valt helemaal niets mee. Ik verveel me de pestpokke!
Aan de overzijde van het bureau trok een bleke teint over het inmiddels lichtgrijze gezicht. Hij maakte, de handen vooruitgestoken, voorzichtige bezwerende gebaren.
– Kom, kom…
Maar nu het heilig vuur eenmaal ontstoken was liet Phil zich niet zomaar meer stoppen:
– Het is gewoon niet leuk meer, Tim. En kijk eens naar Samsung: die Galaxy S III is bijna mooi van lelijkheid, domweg omdat er niets meer te kopiëren valt. Waar is Jony eigenlijk, de laatste maanden?
De man aan overzijde van het bureau liet zich op dit moment het best omschrijven als asgrauw. Het slikte enige malen kort na elkaar en ademde nadrukkelijk door de neus. Toen begon hij:
– Zit de deur goed dicht, Phil? Wat ik je nu ga vertellen, is in het dieptste vertrouwen. Ik… Ik weet het ook niet. Ineens was hij niet meer op kantoor. Hij neemt zijn telefoon niet op. Beantwoordt zijn e-mail niet. Zelfs zijn laatste potje Wordfeud heeft hij laten verlopen… Ik krijg berichten, Phil, dat hij gezien is in Laos, halfnaakt in de jungle. Hij zou op zoek zijn, Phil, op zoek zijn naar zichzelf. Maar vooralsnog kan helemaal niemand hem vinden.
– Dus… Er is de afgelopen maanden niets gebeurd?
– Helemaal niets, Phil. Je begrijpt wat het met onze aandelen zal doen als dit naar buiten komt. Ik heb sinds vorige maand de bedrijfsrecherche en masse de buitenlanden in gestuurd – er valt op dit moment toch niets uit te lekken. We kammen de jungle meter voor meter uit, om hem zo snel mogelijk te kunnen vangen en hem voor de WWDC begint terug te plaatsen in zijn lab.
– Jeetje, Tim. Wat–
Juist op dat moment begon op het bureau de in een grijs hoesje gestoken iPhone te trillen. Het scherm lichtte op en de blauwe notificatiepopup toonde drie woorden:
WE GOT HIM.
Op maandag 11 juni 2012 onthulden een zichtbaar opgeluchte Tim en een sterk afgevallen Phil een serie radicaal vormgegeven MacBooks Pro, een indrukwekkende derde generatie MacBooks Air, een geheel vernieuwde lijn iMacs en allesverpletterende Mac Pro, die het begrip ‘personal computer’ een geheel andere dimensie zou geven. Maar daarover later meer.
Archief
- There's always One More Thing… 2017.06.01
- De 6 irritantste Apple-meldingen en hoe je ze uit zet 2017.05.31
- Apple’s Carpool Karaoke start 8 augustus 2017.05.31
- ‘Nieuwe iPads, MacBooks én Magic Keyboard op WWDC 2017’ 2017.05.31
- Waarom de ‘iPhone 8’ anders gaat heten 2017.05.31
- Mobiel betalen in het OV loopt uit op flop 2017.05.31
- Nest Cam IQ: beter beeld, minder cloud 2017.05.31
- Apple zet serieus in op eigen 4G-chips 2017.05.30
- Essential Phone: oude bekende geeft eigenzinnig antwoord op de iPhone 2017.05.30
- Nieuwe Mac-app van maker Pixelmator op komst 2017.05.30