Je merkt het misschien niet als je buiten geniet van het prille lentezonnetje, maar op dit moment woedt een harde en bittere strijd in Europa. Grote telefoonbouwers als Nokia, RIM (Blackberry) en Motorola staan schouder aan schouder tegenover hun gezamenlijke aartsvijand Apple. Het strijdtoneel is deze keer echter niet de rechtszaal en de inzet is geen patent. De partijen strijden om iets anders: een lucratief Europees contract voor een nieuwe simkaart-standaard.

Het Europese Telecommunicatie Standaardeninstituut (ETSI) stemt volgende week over een nieuwe standaard voor simkaarten, de zogenaamde nano-sim. Deze is nóg kleiner en dunner dan de huidige micro-simkaart waar de iPhone en iPad gebruik van maken. Zowel Apple als het consortium van concurrerende merken onder leiding van Nokia, heeft zo’n nano-sim ontwikkeld en hoopt nu door ETSI gekozen te worden als standaard. De winnaar moet zijn nano-sim weliswaar verplicht licenseren aan de andere telefoonbouwers, maar mag daar wel geld voor vragen.

Het is niet precies duidelijk in welk opzicht de twee standaardvoorstellen van elkaar verschillen. Sommige bronnen zeggen dat de nano-sim van het consortium ‘significante technische voordelen’ heeft. Deze standaard zou in de telefoon gebouwd zijn, terwijl Apple’s nano-sim net als de huidige simkaarten van buitenaf gewisseld kan worden. Daarmee heeft Apple’s nano-sim de voorkeur voor een aantal grote telecomproviders in Europa. Voor hen is het immers belangrijk dat gebruikers eenvoudig kunnen wisselen van provider.

Telefoonmakers krijgen echter ook een aantal stemmen in de beslissing, op basis van de omzet van het bedrijf. Nokia gaat hierbij aan kop met 92 stemmen. Apple probeert op dit moment ETSI zo ver te krijgen om een aantal Europese dochterondernemingen van het bedrijf ook deel te laten uitmaken van de stemming. Daarmee zou Apple waarschijnlijk eenvoudig een meerderheid achter zich krijgen en wordt het plaatsen van de simkaart in je volgende telefoon een nóg priegeliger werkje.