OMT Driehoek Copy 3

Heeft de iPod nog toekomst?

De iPod, die in 2001 voor het eerst aan de wereld werd getoond, vormde de basis van Apple’s huidige succes en rijkdom. Lange tijd liet de draagbare muziekspeler een onstuimige groei zien, maar dat beeld is aan het veranderen. Doordat er steeds meer iPhone’s verkocht worden, daalt de vraag naar iPods al een tijdje. Niet verwonderlijk, want wie een smartphone bezit hoeft geen iPod meer bij zich te dragen om muziek te luisteren.

De vraag naar de iPod piekte in 2009. In het eerste kwartaal van dat fiscale jaar (tijdens de kerstinkoop) werden maar liefst 22.727.000 stuks verkocht. In het eerste kwartaal van dit jaar ‘slechts’ 19.446.000. De hoogste omzet werd behaald in 2008. De enige iPod die geen last heeft van een dalende vraag is de iPod touch. Deze uitgeklede iPhone beschikt over draadloos internet en is mateloos populair onder tieners die zich geen telefoonabonnement kunnen veroorloven, maar wel graag spelletjes spelen en muziek luisteren.

De vraag naar iPods daalt Apple voorzag tijdig dat de smartphone vroeg of laat de functie van muziekspeler zou overnemen en besloot in 2007 de iPhone op de markt te brengen. Hiermee beconcurreerde het bedrijf weliswaar zijn eigen succesvolle iPod, maar voorkwam het dat de concurrentie in de toekomst met de omzet ervandoor zou gaan. Niet veel managers zouden het hebben aangedurfd om te concurreren met hun eigen succes, maar het was een noodzakelijke stap om niet samen met de iPod ten onder te gaan.

De iPod lijkt dus aan relevantie te verliezen. Bovendien passen de iPod classic, nano en shuffle door een gebrek aan internetverbinding niet langer in Apple’s pas aangekondigde strategie van de ‘cloud’, waarbij je muziek niet langer met een kabeltje gesynchroniseerd wordt maar draadloos via Apple’s servers. Hierdoor zal de verkoop van deze modellen mogelijk nog verder afnemen in het voordeel van de iPhone en iPod touch.

De snelle opmars van de iPhone Heeft het nog zin voor Apple om door te gaan met de iPod in zijn klassieke vorm? Bovenstaande constatering schetst geen positief plaatje. Er zal steeds minder vervangingsvraag optreden, doordat mensen de noodzaak van een iPod niet meer inzien. Toch zijn er genoeg redenen voor Apple om de aandacht op de muziekspelers te blijven richten.

De iPod heeft nog altijd zo’n 70% marktaandeel. De vraag naar muziekspelers daalt weliswaar, maar zolang het duurt heeft Apple een aardige melkkoe aan het product (in het eerste kwartaal van dit jaar bracht het nog ruim 3 miljard in het laatje). De relatief lage prijzen van de iPod maken de speeltjes interessant voor tieners en mensen in ontwikkelingslanden. Met een instapprijs van nog geen 50 euro voor de iPod shuffle is dit Apple-product voor bijna iedereen binnen handbereik. Zijn ze eenmaal ‘aan boord’, dan zullen ze geneigd zijn later meer en duurdere producten uit Cupertino aan te schaffen (het zogenaamde halo-effect). Er zijn nog genoeg gebruiksmomenten waarop een simpele iPod beter van pas komt dan een iPhone (een iPhone bij je dragen tijdens het joggen is toch minder plezierig dan een iPod shuffle). Het is de vraag of Apple in de nabije toekomst nog radicale veranderingen zal doorvoeren aan de iPod. Een ander scenario is dat het bedrijf besluit de huidige modellen te laten voor wat ze zijn en slechts kleine aanpassingen zal doen totdat de verkoop over een tijdje voorgoed is opgedroogd. Bij Apple weet je het echter nooit.

Archief