OMT Driehoek Copy 3

iPad observaties – Kranten, anti-reflectieve film, PDF’s, Safari en een vergelijking met iPhone4

Ik ben een vrolijke lijder aan infobesitas. Dagelijks lees ik twee kranten en spit ik een groot aantal nieuws-sites door. Daar bovenop komen nog eens een dozijn of wat Apple- en technologie-blogs. Ik heb gemerkt dat de tijd die ik achter het krantenpapier en het beeldscherm van mijn iMac doorbreng in de afgelopen periode drastisch is gedaald. Het moment dat ik mijn “actieve” werkzaamheden achter de computer kan afsluiten om vervolgens lekker op de bank te gaan liggen om het leeswerk op mijn iPad te vervolgen, kan me de laatste tijd niet vlug genoeg aanbreken.

Twee maanden ben ik nu in het bezit van een iPad. Hoewel ik in het begin moeite had om het ding een plek te geven in mijn digitale leven, ben ik me meer en meer aan het apparaat gaan hechten.

De iPad is een prachtig apparaat. Zijn eenvoudige voorkomen en de strakke, op alleenstaande activiteiten gerichte bedieningsinterface nodigen uit tot het consumeren van grote stukken tekst. Het lezen van een weblog op een schermpje dat je in je hand of op schoot houdt, zonder je bezig te hoeven houden met computer-gerelateerde activiteiten of de afleiding van binnenkomende mails, tweets, IM-gesprekkken, knipperende iconen in de Dock of menu-regel of opspringende software-updates maken de mediaconsumptie tot een nieuwe belevenis. Al het goede -want actuele- van het Internet wordt subliem gecombineerd met de handzaamheid, het leesgemak en de vormgeving van een prachtig opgemaakte krant of tijdschrift.

De iPad is het zoveelste bewijs dat Apple het als geen ander beheerst om hardware en software op een elegante manier te laten samensmelten tot een product dat niet alleen een lust is voor het oog, maar ook een genot is in gebruik. Toch valt zelfs op een innovatief product als de iPad altijd nog wel wat aan te merken. Hieronder enkele ervaringen uit de voorbijgaande maanden.

De Volkskrant en NRC Handelsblad

Hoewel in de media onophoudelijk wordt geschreven over de stappen die Nederlandse (en buitenlandse) uitgevers op niet al te lange termijn gaan zetten voor wat betreft publicatie op de iPad, wordt meestal voorbij gegaan aan het feit dat twee van ’s Neerlands beste kranten al geruime tijd op het apparaat zijn te lezen.

Het programma PressReader van PressDisplay, onderdeel van Newspaper Direct, maakt het mogelijk om zo’n anderhalf duizend kranten van over de hele wereld in zijn geheel te downloaden en te lezen op de iPad. De firma specialiseert zich in het op (vakantie-)lokatie drukken van kranten, en heeft daartoe overeenkomsten gesloten met een groot aantal uitgevers van over de gehele wereld. Deze digitale kranten -volledige versies, dus inclusief de advertenties, columns, familieberichten, cartoons, opiniestukken en brieven- zijn via PressReader ook te lezen op de iPad. En wat voor mij niet onbelangrijk is: Hierbij blijft de volledige opmaak van de krant behouden. Typografie en bladspiegel bepalen namelijk voor een groot gedeelte “het smoel” van een krant.

Het lezen van de krant op mijn tablet-computer biedt vele voordelen: de krant is beschikbaar nog voor de eerste krantenjongens aan hun ronde beginnen, pagina’s en katernen zijn met een druk op de knop te vinden, verwijzingen naar e-mail adressen en websites in artikelen en advertenties zijn direct benaderbaar en oude kranten blijven beschikbaar zodat ik nog eens kan terugzoeken wat de krant gisteren schreef. Bovendien bespaart het elektronisch lezen me een boel gedoe in de trein, waar het bladeren en omvouwen van de (nietjes-loze!) krant om tot een leesbare positie te komen vaak geen sinecure blijkt.

Voor het lezen van de krant betaal ik $10 per maand, omgerekend ongeveer 8 euro. Hiervoor kan ik 30 exemplaren downloaden, waarbij ik naast de Volkskrant ook kan kiezen voor een van de 1.400 andere internationale kranten die PressDisplay aanbiedt, waaronder voor de enige andere Nederlandse krant in het aanbod, NRC Handelsblad. Deze prijsstelling lijkt wat vreemd, omdat die nagenoeg gelijk is aan die van het web-abonnement dat de Volskrant aanbiedt. Hiervoor is echter geen iPad applicatie beschikbaar, en bovendien kan er bij gelegenheid niet een keer gekozen worden voor een andere krant.

Ik hoop dat de Volkskrant beschikbaar blijft op de iPad. Hetzij via PressDisplay, hetzij via een eigen applicatie. De afsplitsing van NRC uit De Persgroep lijkt me een aanleiding om dit soort distributiecontracten -die gesloten zijn toen de kranten nog onderdeel waren van hetzelfde concern- nog eens onder de loep te nemen. Hopelijk leidt deze evaluatie niet tot het verdwijnen van de krant op de iPad.

Anti-reflectieve film

Het scherm van de iPad is gemaakt van hoogstaand -en zeer spiegelend- glas. Apple heeft hier duidelijk gekozen voor vorm over functie, want het glazen scherm komt de leesbaarheid zeker niet ten goede. Natuurlijk: het bekijken van foto’s en film op het scherm, liefst in een ietwat donkere ruimte, is een verademing. Maar helaas zijn de lichtomstandigheden niet altijd zo ideaal. En hoewel de iPad een hoogst mobiel apparaat is, waarbij je veel flexibeler kan omgaan met de lichtinval dan bij bijvoorbeeld een iMac, zijn er veel situaties denkbaar waarbij dat moeilijk is. Bij je plekje in de trein bijvoorbeeld, waarbij de zinderende zomerzon volop door de ramen -en op het iPad-scherm- schijnt.

Ik heb dan ook in een vroeg stadium besloten dat ik mijn iPad wilde voorzien van een ontspiegelende filmlaag. Uiteraard wist ik dat dat zou betekenen dat ik aan contrast en scherpte moest inboeten. Bij de zoektocht naar een geschikte anti-glare film kwam ik in eerste instantie uit bij een filter dat met een bijgesloten vloeistoef uit een spraybusje op het apparaat bevestigd moest worden. De ondervermijdelijke luchtbelletjes die dit proces tussen de film en het scherm van de iPad achterlieten bleken ook na enkele weken echter niet te verdwijnen. Vreemd, want op mijn iPhone had ik met dergelijke film nooit eerder problemen gehad.

Na het verwijderen van deze film, werd ik in afwachting op de levering van mijn volgende poging nogmaals gesterkt in de beslissing dat zo’n film absoluut noodzakelijk is. Gebruik in de trein was nagenoeg onmogelijk. Het aanbrengen van deze tweede antireflectielaag was aanzienlijk succesvoller. De Pure Anti-Reflect van SwitchEasy kon ik aanbrengen zonder dat hiervoor vloeistoffen of andere middeltjes nodig waren. Het proces was pijnloos, en luchtbelletjes kon ik direct wegwrijven.

Toegegeven, het scherm is minder helder dan zonder de film. Vooral bij het scrollen door tekst en andere beweging valt het “breken” van de scherpte op. Dit lijkt echter minder problematisch wanneer tekst stil op het scherm staat, en dat is toch het grootste deel van de tijd. Een en ander blijft altijd een afweging. Gelukkig is het makkelijk om de filter te verwijderen, mocht ik ooit weer behoefte hebben aan het glanzende, maar kraakheldere scherm. Andersom zou volgens mij veel moeilijker zijn. Misschien is dat ook een van de redenen waarom Apple voor het glanzende -maar door de gebruiker dus sterk beïnvloedbare- scherm heeft gekozen.

E-books en PDF’s

De iPad is de meest “open” e-reader op de markt. In tegenstelling tot veel andere dedicated elektronische boekenlezers, zoals de Amazon Kindle, ben je met de iPad namelijk niet beperkt tot één enkele boekenwinkel. Zo heeft Amazon de Kindle app geschikt gemaakt voor het apparaat, en zijn er diverse generieke leesprogramma’s beschikbaar, waaronder Stanza. Apple zelf doet echter ook een duit in het zakje, met de applicatie iBooks.

iBooks is beschikbaar als gratis app in de App Store, en dat brengt voordelen met zich mee. Zo is de app individueel van het OS te updaten, en de eerste vruchten daarvan hebben we onlangs mogen plukken met de release van versie 1.1. Hierin werden een aantal verbeteringen doorgevoerd, waaronder het kunnen markeren van tekst, het plaatsen van boekenleggers en het plakken van notitievelletjes met commentaar op de pagina’s, waarbij al deze informatie direct wordt gesynchroniseert met eventuele andere apparaten waarop je de iBooks app hebt geinstalleerd. Inclusief de iPhone.

Maar voor mij was de belangrijkste nieuwe functie toch wel de toevoeging om nu ook PDF’s te kunnen opslaan en lezen in het programma. PDF’s worden net als boeken keurig getoond op een grafische boekenplank, en ook de navigatie is subliem. iBooks kan thumbnails van alle pagina’s tonen, er kan direct in de tekst worden gezocht.

PDF documenten kunnen op verschillende manieren in de iBooks app worden geladen. Via iTunes, dat sinds versie 9.2 ook PDF bestanden kan indexeren en deze vervolgens netjes overzet naar de iPad en iPhone. Maar ook vanuit bijvoorbeeld Mail op de iPad. E-mail bijlagen kunnen direct worden bewaard.

Ik maak zelf dankbaar gebruik van de PDF-functie in iBooks door er een groot aantal white papers en naslagwerken van de Apple Developer website mee te bewaren. Zo heb ik altijd de belangrijkste documentatie over Mac- en iPhone-ontwikkeling bij de hand. Door slim gebruik te maken van de ingebakken PDF-funtionaliteit van Mac OS X is het op deze manier ook mogelijk om websites en andere gegevens op te slaan. Maak eenvoudigweg een “afdruk” van een webpagina naar een PDF-bestand, en sleep dat bestand vervolgens in iTunes. Het beste resultaat wordt verkregen als niet de hele website op deze manier wordt opgeslagen, maar de weergave van de nieuwe Reader-functie in Safari 5. Niet alleen wordt de site dan ontdaan van navigatie-elementen en advertenties, maar artikelen die over meerdere webpagina’s zijn verdeeld worden ook keurig bij elkaar gevoegd.

Ik schreef eerder op Twitter trouwens al dat deze Reader-functie in Safari op de iPad ook niet zou misstaan.

En dat brengt ons dan bij de versie van Safari op de iPad.

Safari

Naast het kunnen lezen van kranten en documenten is voor mij de webbrowser Safari een absolute killer-app op de iPad. De browser is in technisch opzicht vergelijkbaar met de versie van Safari op de Mac (en de iPhone!), complexe webpagina’s worden allemaal correct weergegeven (en ja, op plekken waar Flash of Java-applets horen te staan, laat de iPad een keurige lege ruimte vallen).

Toch laat Safari op de iPad in mijn optiek op het vlak van gebruikersgemak zijn desktop-broer nog even achter zich. In plaats van tab-bladen te gebruiken om diverse sites te laden en er snel tussen te kunnen schakelen, maakt Safari op de iPad gebruik van een apart scherm, waarop miniaturen van de geopende websites worden getoond. Dat houdt in dat tijdens het lezen van een pagina niet in één oogopslag te zien is welke sites er nog meer zijn geopend, de gebruiker moet altijd eerst naar het thumbnail-scherm schakelen.

Maar een belangrijker omissie is nog wel de onmogelijkheid om links op een webpagina op de achtergrond alvast te laden in een nieuw tabblad. Bij het browsen op de Mac maak ik hier veelvuldig gebruik van. Een interessante link open ik een een nieuw tabblad door er op te klikken terwijl ik de Cmd-toets ingedrukt houdt, zodat ik eerst de huidige pagina kan aflezen. Het openen van een link in een apart venster is op de iPad wel mogelijk, maar daarbij springt de browser direct naar de betreffende pagina. Browsen vergt op deze manier meer handelingen dan nodig zou moeten zijn. Waarom geen “openen in achtergrond”-optie toevoegen aan het pop-up venstertje dat verschijnt wanneer een link enkele seconden ingedrukt wordt?

Ik weet dat er alternatieve browsers beschikbaar zijn in de App Store, waarbij de meeste van de door mij hierboven geschetste problemen worden ondervangen. Deze browsers ontberen echter een belangrijke functie: integratie met MobileMe. Deze online-dienst van Apple zorgt er namelijk voor dat mijn (grote!) verzamelng bladwijzers altijd synchroon is tussen Mac, iPhone en iPad. En dat vind ik nét even wat belangrijker.

Tenslotte moet, in aanloop naar het volgende onderwerp, worden aangemerkt dat de hardware van de iPad vooral in Safari zijn beperkingen toont. Apple heeft namelijk beknibbeld op de hoeveelheid RAM. Deze meet, evenals bij de iPhone 3GS, slechts 256 MB. Wanneer er naar een eerder geopende pagina wordt teruggesprongen vanuit het thumbnail-scherm, dan moet in de meeste gevallen de complete pagina opnieuw geladen worden. De geheugenomvang biedt het OS blijkbaar niet genoeg speling om verschillende gerenderde webpagina’s te bewaren.

Vergelijking met de iPhone4

Enkele weken geleden werd, dicht op de hielen van de iPad, de laatste generatie van de iPhone gelanceerd in de Verenigde Staten en een handjevol andere landen. Deze iPhone4 is in hardwarematig opzicht de grootste sprong voorwaarts sinds de originele iPhone uit 2007. En juist in het licht van deze hardware-vernieuwingen lijkt de iPad ineens op veel punten gedateerd.

Zo is er in de eerste plaats het nieuwe, veelgeprezen Retina-display. Dit scherm heeft een vier keer hogere resolutie dan de voorgaande iPhones (960×640 pixels), waardoor de pixel-dichtheid enorm is toegenomen. Met 326 pixels per inch is het scherm van de nieuwe iPhone volgens Apple het scherpste scherm dat op dit moment binnen de industrie voorhanden is. Tekst ziet er uit alsof deze gedrukt staat. Vergeet niet dat laserprinters nog niet zo heel lang geleden afdrukken maakten van 300 dpi.

Het iPad scherm meet 1024 bij 768 beeldpunten, en deze zijn verdeeld over een scherm met een beelddiagonaal van 10 inch. Dit zorgt voor een puntdichtheid van 132 dpi. Prima leesbaar. Dergelijke resoluties kwamen we vijf jaar geleden tegen bij beeldschermen van 15″ (zoals bij de “bolletjes” iMac G4). Dat deze pixels nu in een veel kleiner scherm passen is in dat opzicht dus winst. Maar een mens is snel verwend, en vergeleken met het Retina-display lijkt de iPad er maar karig vanaf te komen. Overigens is het onduidelijk of beeldschermen met de pixeldichtheid van het Retina-display überhaupt gemaakt kunnen worden in afmetingen die nodig zijn voor de iPad, laat staan of deze dan betaalbaar zouden zijn.

Over de hoeveelheid RAM hebben we hierboven al kort gesproken. Hoewel het dergelijke zaken zijn die vaak door technologie-freaks worden aangehaald om apparaten als smartphones en computers met elkaar te vergelijken, en alle Apple-gebruikers weten dat hiermee nauwelijks iets wordt gezegd over de prestaties of het gebruikersgemak, lijkt de gekozen 256 MB toch echt wat weinig te zijn. Dat Apple de iPhone4 inmiddels met 512 MB heeft uitgerust lijkt een stille getuige van het feit dat men die conclusie in Cuptertino ook getrokken heeft. De iPhone4 is welliswaar nog steeds net iets langzamer dan een iPad (de A4-processor in de telefoon tikt op een lagere klokfreqentie dan de 1 GHz-variant in de iPad), zaken als het schakelen tussen geladen websites zal een stuk vlotter verlopen omdat er vaker terug kan worden gegrepen op informatie die nog in het geheugen staat.

Vervolgens is de iPad nog voorzien van de laatste telefonie-techniek. Waar de iPhone 3GS de sprong maakte van UMTS naar HSDPA (voor een theoretisch hogere download-snelheid), voegt iPhone4 daar nu ook HSUPA aan toe. Hiermee wordt vooral de upload-snelheid over het 3G-netwerk verbeterd, waardoor foto’s sneller op Twitter kunnen worden gezet, filmpjes vlugger op YouTube staan, en toepassingen als videoconferencing een stuk soepeler lopen. De iPad 3G beschikt niet over deze HSUPA-chip, en zal dus langzamer opereren op het netwerk. (Door het ontbreken van foto- en videocamera’s op de iPad zal de gebruiker wellicht ook minder vaak grote bestanden willen uploaden.)

Graag had ik het Retina-display, de dubbele hoeveelheid RAM, de snelle 3G-technologie en wellicht een camera teruggezien op de iPad. Wellicht heeft meegespeeld dat Apple en zijn telecom-partners de iPhone4 volgens een subsidie-model aan hun klanten verkopen, waarbij de initiële aankoopprijs behoorlijk gedrukt kan worden. Omdat dat bij de iPad niet het geval is, moet hier strikter met de besteedbare dollars worden omgesprongen. Waarschijnlijk heeft dat meegespeeld bij de keuze van Apple voor de te gebruiken componenten. Hopelijk zien we genoemde technologieën in een volgende versie van de iPad, wanneer de prijzen van onderdelen door massaproductie verder gedaald zijn, wél terug.

iOS en het upscalen van iPhone apps

Waar de iPhone onlangs de sprong naar versie 4 van het iOS heeft gemaakt, draait de iPad nog steeds op versie 3.2. Zaken als het groeperen van applicaties in mapjes en het gelijktijdig draaien van (selectieve processen van) programma’s zijn op de iPad dus nog niet mogelijk. Apple heeft aangekondigd dat iOS 4 in het najaar voor de iPad beschikbaar komt, en welingelichte bronnen spreken op basis van door Apple vrijgegeven documentatie over iAds over november.

Apple heeft het graag over de mogelijkheid van de iPad om ook alle 200.000 beschikbare iPhone applicaties op het apparaat te kunnen draaien. Hierbij kan de app dan op “native” resolutie worden weergegeven in een klein venster ter grootte van een iPhone in het midden van het scherm, of de app kan middels een “2x” knop tot viervoudige afmeting worden opgeblazen. Dergelijke opgeblazen applicaties ogen dan wel minder fraai, omdat elke beeldpunt hierbij vier keer wordt weergegeven.

Nu zou je zeggen dat applicaties die geschikt zijn gemaakt voor het nieuwe 960×480 Retina-display van de iPhone4 op de iPad in deze modus beter zouden ogen. Dat is op dit moment echter nog niet het geval. Games die voor het Retina-scherm zijn geoptimaliseerd, zoals Nanosaur 2, worden door de iPad in de resolutie van de oude iPhone weergegeven. Ik vermoed dat dit in de nabije toekomst wel zal veranderen, omdat de ondersteuning van de hogere resolutie waarschijnlijk samenhangt met versie 4 van iOS. Sommige iPhone-programma’s die specifiek het iOS 4 vereisen (ik vond er enkele in de App Store op mijn Mac), kunnen niet worden geïnstalleerd op de iPad. Ze waren ook niet vindbaar in de App Store op het apparaat.

Zelfs wanneer de ondersteuning voor 960×640 weergave van iPhone-apps aan de iPad wordt toegevoegd, moeten ontwikkelaars hiermee niet denken dat de kous af is wat betreft cross-iPhone/iPad-ontwikkeling. Bedieningselementen worden ook in deze hoge resolutie ontworpen voor gebruik op het 3,5 inch scherm van de iPhone. Bediening van dergelijke apps in de “2x” mode van de iPad zal dus nog steeds eigenaardig aanvoelen. Een en ander zal wel scherp gerenderd worden weergegeven op het scherm, maar het zal aan het bedieningsgemak niets toevoegen boven de huidige situatie.

Conclusie

De iPad is, zoals gezegd, een geweldig apparaat. Een apparaat met veel mogelijkheden, die gaten in mijn media-gebruik opvult waarvan ik het bestaan voorheen niet kende. En met ongekende mogelijkeden (op Twitter refereerde ik aan het gebruik van de iPad door de gemeente Nijmegen, de plannen van de Publieke Omroep of andere mooie of ontspannende toepassingen). Maar ook een apparaat waarop -gelukkig- nog steeds veel af te dingen valt. Sommige van die zaken zullen pas bij een volgende hardware-revisie kunnen worden aangepakt. Veel ervan zijn echter in software te ondervangen.

Gelukkig kunnen we op basis van ervaring verwachten dat Apple hier veel werk van zal gaan maken. Een van de voordelen van het zakelijke model van Apple is dat het bedrijf slechts een kleine hoeveelheid varianten van de hardware hoeft te ondersteunen, en dat het die hardware bovendien in eigen huis heeft ontwikkeld en dus door-en-door kent. Dit in tegenstelling tot fabrikanten van bijvoorbeeld Android-telefoons, die bij elke nieuwe release van het besturingssysteem de software geschikt moeten maken voor een grote hoeveelheid in de markt aanwezige toestellen. Het belang dat zij hierbij hebben is vaak niet groot, waardoor het beschikbaar stellen van nieuwe software-releases veel sneller gestaakt wordt dan bij Apple het geval is. Voorlopig zit dat bij de iPad dus wel goed, en zal het nu al geweldige apparaat in de toekomst alleen nog maar beter worden.

Archief