Normaal tref je in een datacenter vooral racks met servers aan, maar wie een rack in het Facebook-datacenter opentrekt, ziet iets ongewoons. Het sociale netwerk heeft racks vol iOS- en Android-telefoons om wijzigingen aan zijn app te testen.

De bijna 2000 toestellen -vooral oudere modellen- worden gebruikt om te testen of wijzigen geen negatieve invloed op de prestaties of levensduur van de accu hebben. Facebook noemt dit het ‘Mobile Device Lab’.

60 racks, 1920 smartphones, 8 Mac Mini’s Facebook nodigde een aantal Amerikaanse journalisten uit voor een bezoek aan zijn eerste datacenter, geopend in 2011 in Oregon (Noord-Californië). Het ‘Mobile Device Lab’ bestaat uit 60 racks met elk 32 smartphones, vaak van oudere generaties. De bijna 2000 telefoons zijn op afstand te bedienen en testen voortdurend nieuwe builds van de Facebook-app, maar ook van Instagram.

Foto via: The Verge. Een van de ingenieurs die verantwoordelijk is voor de opstelling legde uit dat er veel oudere telefoons zoals de iPhone 4s en iPhone 5c gebruikt worden. Ook Android-smartphones met een paar jaar op de teller zijn goed vertegenwoordigd. Er wordt niet alleen naar accuduur gekeken, maar ook naar de prestaties. Werkt de app vloeiend, crasht deze niet door overmatig geheugengebruik en hoe snel kunnen gebruikers scrollen?

Om de iPhone-clusters te bedienen, zijn 8 Mac Mini’s ingericht. De telefoons worden ook gefilmd en programmeurs kunnen op afstand de activiteit op het scherm bekijken. De telefoons zijn allemaal met Wi-Fi verbonden en er wordt niet getest hoe de apps presteren bij een slechte verbinding. Dat is ook niet nodig, want Facebook heeft zogenaamde ‘2G Tuesdays‘.

Foto via: CNET. Het testlaboratorium wordt nog verder doorontwikkeld. Zo wil het sociale netwerk binnenkort ook tests met de steeds verder uiteenlopende schermgroottes van smartphones uitvoeren. Daarnaast moet de procedure eenvoudiger worden. Momenteel zijn er 20 stappen en een Mac Mini nodig om een test op een reeks iPhones te draaien. Facebook wil dit terugbrengen naar één handeling.

Oorspronkelijk testte Facebook op de traditionele manier, iedere ontwikkelaar had enkele telefoons op zijn bureau. Later werd een softwarematige simulator ingezet, maar die bleek niet nauwkeurig genoeg. Het huidige systeem is langzaam gegroeid en begon in een kamertje op het Facebook-hoofdkantoor in Californië, daar lagen 240 telefoons op een tafel.

Foto via: The Verge. Naast het uitbreiden van de testomgeving wil Facebook de gebruikte software en opbouw van de infrastructuur open source beschikbaar maken. Zo kunnen ook andere ontwikkelaars op grote schaal testen.