Apple Maps was kort na de lancering een ramp. Tim Cook moest zich verontschuldigen voor de slechte werking en de kop van Apple’s software-veteraan en Steve Jobs-lieveling Scot Forstall moest rollen. Toch hebben we ook iets goeds overgehouden aan het fiasco.

Door Apple Maps is de iPhone-maker in gaan zien dat het op grote schaal testen van nieuwe functies en apps noodzakelijk is. Dat was de aanleiding om publieke bètaversies van iOS en OS X aan te gaan bieden.

Volledig onderschat Apple-chef Eddy Cue vertelt in een interview met Fast Company dat Apple de ontwikkeling van een eigen kaarten-app sterk onderschat heeft: “We hebben de complexiteit volledig onderschat. Alle wegen zijn bekend, alle adressen van restaurants zijn bekend en we hebben data van Yelp en OpenTable. We dachten: kom op, hoe moeilijk kan het zijn?!”

Het bleek toch aardig moeilijk. Al snel stond het internet vol klachten over verkeerd gepositioneerde plaatsen, waardoor argeloze gebruikers de woestijn in gestuurd werden. Ook de 3D-beelden waren vaak van slechte kwaliteit en in Nederland zag Apple Maps het Science Park in Amsterdam als recreatiepark in plaats van een bedrijventerrein.

Klik/tap voor groter. Tests op grotere schaal nodig Door Apple Maps zijn belangrijke verbeteringen aangebracht in het ontwikkelproces, vertelt Cue. “Apple Maps werkte geweldig voor iedereen die in Cupertino en de omgeving van het Apple-hoofdkantoor leefde. We hadden niet direct door dat er elders grote problemen waren omdat we geen feedback van grote groepen gebruikers konden verzamelen,” legt de man die bij Apple verantwoordelijk is voor internetsoftware en services uit. “Met de publieke beta’s kunnen we dat wel. De reden dat die bestaat, heeft direct te maken met Maps.”

Ano 2016 gaat het een stuk beter met Apple Maps en heeft Apple een groot team dat de kwaliteit van kaarten en gemarkeerde plaatsen checkt. Cue zegt verder nog dat hij Apple Maps in de toekomst graag pro-actiever ziet: “De app zou bijvoorbeeld kunnen aangeven dat ik een file kan ontwijken door 15 minuten later vanuit huis naar mijn werk te vertrekken.”