OMT Driehoek Copy 3

Apple kaarten: elke reis begint met een eerste stap

Een blunder, een fiasco, een afgang. Zomaar wat eerste reacties via oude en nieuwe media op de nieuwe kaarten-app van iOS 6. Apple’s eerste poging om Google Maps overbodig te maken met een zelfgemaakt alternatief kan nog op weinig steun rekenen. Kaarten zijn incompleet, geven verkeerde informatie of zijn onleesbaar.

De nieuwe Kaarten-app roept vragen op: waarom is Apple begonnen met dit project, wat deugt er niet aan, hoe moet het opgelost worden en vooral: begaat Apple een flater of is er misschien iets anders aan de hand? OMT zoekt naar antwoorden.

Waarom weg bij Google? Voordat we inzoomen op de nieuwe Kaarten-app is het goed om eerst te achterhalen waarom Apple überhaupt begonnen is met de ontwikkeling van een eigen kaartendienst? Wat was er mis met de vorige kaarten-app die door Google voorzien werd van accuraat kaartenmateriaal en de beste database aan locatiegegevens? Officieel is er niets bekend van Apple’s beweegredenen maar wie het bedrijf en diens relatie met Google in de afgelopen jaren gevolgd heeft komt al snel met een logisch scenario.

Apple heeft in krachtige termen duidelijk gemaakt niet blij te zijn met Android. Het mobiele besturingssysteem van Google veranderde dat bedrijf van een partner in een concurrent. Een machtige concurrent, want zowel YouTube als Maps zijn Google-diensten waar miljoenen iOS-gebruikers elke dag gebruik van maken. Toch heeft Apple ervoor gekozen om beide diensten los te laten in iOS 6. Apple ziet z’n concurrenten nu eenmaal liever gaan dan komen, populair of niet.

Toch gaat het hier hoogstwaarschijnlijk om meer dan rancune. Een vergelijking tussen de Google maps-app in iOS 5 met de Android versie leert dat de laatstgenoemde al vectorkaarten en navigatie ingebouwd had terwijl Google deze functies niet inbouwede in iOS. Daarmee creëerde het bedrijf een verkoopargument voor Android boven iOS.

Google Maps op Android en op iOS Google stopte in de afgelopen jaren dus meer tijd en aandacht in zijn eigen besturingssysteem en liet iOS versloffen. Dat is natuurlijk een logische werkwijze voor een commerciële onderneming maar een groot probleem voor Apple. Geen enkel bedrijf wil afhankelijk zijn van een concurrent. Reden genoeg voor Apple om zelf aan de slag te gaan.

Problemen De eerste versie van Apple’s eigen Kaarten-app bestaat eigenlijk uit drie componenten: vectorkaarten, voorzien van informatie over bedrijven, publieke gebouwen, bezienswaardigheden etc., een navigatie-functie voor gebruik in de auto én een driedimensionale laag om steden te bekijken. Kort gezegd is op alle drie deze componenten iets aan te merken.

Apple’s methode om steden driedimensionaal in beeld te brengen maakt gebruik van luchtfoto’s die in een vast patroon gemaakt worden. Daarna worden ze door middel van een computeranalyse vertaald in een 3D-weergave. Dit gaat nog lang niet overal goed. Zo blijken bruggen en viaducten verkeerd uit het computermodel te komen. Ook zijn her en der fouten opgetreden waardoor straten of gebouwen een andere vorm krijgen of zelfs geheel verdwijnen.

Viaducten in 3D-weergave Kaarten-app Over de navigatiefunctie wordt aanmerkelijk minder geklaagd. De gecomprimeerde stem die je de weg wijst mag dan wat synthetisch overkomen, maar in de meeste gevallen worden routes goed berekend en houdt de app rekening met actuele verkeersinformatie. Het enige echte probleem met de navigatiefunctie is ook meteen het grootste euvel van de hele Kaarten-app: de kaarten zelf en de daarop aangegeven locaties.

Zoekresultaat Stockholm De kaarten en satellietfoto’s die Apple gebruikt zijn ingekocht bij verschillende partijen, waaronder TomTom. De kwaliteit blijkt daardoor niet consistent te zijn. In sommige steden zijn kaarten dermate gedetailleerd dat zelfs gebouwen uitgetekend zijn, terwijl op andere plekken complete straten missen. Ook satellietfoto’s zijn op sommige plekken haarscherp terwijl elders alleen wolken te zien zijn of een lappendeken van verschillende foto’s.

Een nog groter probleem is de accuraatheid en de hoeveelheid gegevens op de kaarten. Apple beloofde vooraf dat de Kaarten-app 100 miljoen POI’s (points of interest) zou bevatten maar in de praktijk blijkt dat behoorlijk tegen te vallen. Vooral buiten de V.S. mist het overgrote deel van bedrijven, winkels, restaurants en andere locaties. Ook in Nederland ontbreken veel belangrijke locaties of zijn ze inconsequent ingevuld. Zo wordt het centraal station van Rotterdam als zodanig aangegeven, maar ziet de app op Amsterdam CS alleen een koffiewinkel. Kortom, zolang je geen exact adres weet is de nieuwe kaarten-app nog niet geschikt om een locatie op te zoeken.

Gegevens op een kaart in iOS 5 (Google) en iOS 6 (Apple) Oplossingen De problemen in de nieuwe Kaarten-app kunnen dus samengevat worden in drie pijnpunten: 3D-weergaves, accuraatheid van kaarten en de hoeveelheid POI’s. Alle drie vragen ze om een eigen oplossing. De fouten in de 3D-weergave vereisen aanpassingen in de analysemodellen die er aan ten grondslag liggen. Met de aankoop van C3 Technologies heeft Apple de kennis hiervoor in huis gehaald en zal deze dus intern kunnen verbeteren.

Het verbeteren van kaarten en satellietfoto’s is ingewikkelder. Apple is afhankelijk van data die andere partijen aanleveren. Toch kan de oplossing niet alleen daar gevonden worden. Zo zegt TomTom in een reactie op de negatieve berichten dat de kaarten van het bedrijf accuraat zijn en dat Apple’s eigen verwerking de oorzaak van de problemen is. Ook cartograaf en digitale-kaartexpert Mike Dobson geeft aan dat Apple zelf verantwoordelijk is voor de fouten die in de kaarten gevonden zijn. Hij denkt dat het bedrijf teveel vertrouwd heeft op computergestuurde algoritmes om kaarten te controleren op accuraatheid. In plaats daarvan zouden experts moeten worden aangenomen die kaarten handmatig controleren en aanpassen.

Om de hoeveelheid en de kwaliteit van POI’s te verbeteren moet simpelweg meer informatie toegevoegd worden. Dat kan door wereldwijd meer lokale, regionale en nationale databases van Kamers van Koophandel en andere organisaties te kopen. Ook zou Apple samenwerkingen kunnen zoeken met online diensten als Wikipedia, Foursquare en Facebook die een grote hoeveelheid locaties in hun databases hebben, voorzien van extra informatie, foto’s etc. Deze informatie wordt dagelijks ingevoerd en geüpdatet door miljoenen mensen over de hele wereld en is daarmee vaak accurater en completer dan de databases waar nu gebruik van gemaakt wordt. Apple zou er zelfs voor kunnen kiezen om iOS gebruikers zelf de kans te geven om POI’s in te voeren of te wijzigen. Ook kunnen gebruikers van de app helpen bij het bijwerken van kaarten.

POI's op Rotterdam Centraal Station volgens Apple en Foursquare Voor de drie grootste problemen zijn dus drie oplossingen: meer mankracht, meer samenwerking met andere partijen en meer gebruikmaking van de miljoenen iOS-gebruikers. Apple lijkt zich dit ook gerealiseerd te hebben. Zo heeft het bedrijf vacatures geplaatst voor kaartenexperts. Daarnaast heeft Apple in een reactie aan All Things D aangegeven dat de Kaarten-app een cloud-applicatie is die beter zal worden naarmate meer mensen er gebruik van maken.

Fail? De problemen zijn dus duidelijk, de oplossingen ook. Dan rest de vraag: heeft Apple hier een flater begaan, is de Kaarten-app simpelweg te vroeg uitgebracht of reageren wij via oude en nieuwe media iets te overhaast?

Dat Google de betere kaarten, betere satellietfoto’s en een betere POI-database heeft staat vast. Echter moet niet vergeten worden dat die dienst inmiddels zeven jaar bestaat en er nog langer aan gewerkt is. In die tijd zijn nieuwe functies geïntroduceerd en vooral heel veel data toegevoegd en fouten verwijderd. Hiervoor heeft het bedrijf de hulp gekregen van gebruikers over de hele wereld die dagelijks fouten aankaarten en aanpassen.

Google Maps in 2005 Het afdoen van de allereerste versie van Apple’s kaartendienst als een mislukking door het te vergelijken met een dienst die jaar voorsprong heeft lijkt daarom mank te gaan. Het is wat dat betreft interessanter om een dienst te vergelijken waarmee beide bedrijven op het zelfde moment begonnen zijn. Die dienst is er. Google is namelijk op precies het zelfde moment als Apple begonnen met een 3D-weergave van steden die volgens een nagenoeg identieke methode geproduceerd wordt.

Vergelijken we de eerste pogingen van beide bedrijven om de wereld in 3D vast te leggen dan valt op beiden veel aan te merken. Toch lijkt Apple het een stuk beter te doen dan Google. Dat begint al met de hoeveelheid steden. Er zijn tientallen 3D-steden te vinden in de Kaarten-app versus een handjevol in Google Earth. Een aantal steden zijn in beide apps te vinden, zoals San Francisco en Rome. Wie ze vergelijkt komt er echter al snel achter dat Apple’s methode, zij het verre van perfect, veel scherpere en meer accurate 3D-weergaves oplevert dan Google’s methode.

Het Colosseum in Rome in 3D volgens Google (boven) en Apple (click voor uitvergroting) New York City in 3D volgens Apple (boven) en Google Eerste stap De problemen in de nieuwe Kaarten-app van Apple mogen zeker niet gebagatelliseerd worden. De hoeveelheid fouten in de kaarten lijkt weliswaar niet zo groot dat ze onbruikbaar worden, maar zonder een goede database aan POI’s staat de huidige versie in schril contrast tot de rijkgevulde databases en accurate kaarten van Google. Toch mag het afdoen van de app als een mislukt project wellicht kortzichtig genoemd worden als je de jarenlange ontwikkeling meeneemt die concurrerende bedrijven nodig hadden om met een goede kaartendienst te komen.

Elke reis begint met een eerste stap. iOS-gebruikers zullen af moeten wachten hoeveel stappen Apple nodig heeft. Ondertussen is de hoop gevestigd op Google dat van plan zou zijn met een nieuwe Maps-app voor iOS. Apple zal ondertussen veel tijd, veel geld en veel mankracht moeten offeren om van de Kaarten-app een waardig Google Maps-alternatief te maken. Zolang men er in Cupertino maar van overtuigd is dat het doel de bestemming is in plaats van de reis.

Archief