De stofwolken zijn opgetrokken en onze hartslagen per minuut zijn weer naar een menselijk niveau gedaald. De nieuwe generatie iPhone is een feit. Een wonder der techniek, dat zeker, maar er blijft iets knagen. De iPhone 5 had meer kunnen zijn dan het nu is. Klagen zit ons Nederlanders immers in het bloed.

Op veel fronten is de iPhone 5 de beste iPhone ooit, met waarschijnlijk meer functies dan de meesten van ons zullen gebruiken. Apple heeft echter de laatste paar jaar flinke concurrentie gekregen van Android en Windows Phone en moest dit jaar zelfs aan een inhaalslag doen om bij te kunnen benen. Welke functies hadden we liever ook in de iPhone 5 gezien?

NFC NFC staat voor Near Field Communication. Het is een protocol dat apparaten toelaat om via radiosignalen op korte afstand (meestal een paar centimeter) informatie uit te wisselen tussen verschillende telefoons. Android maakt er gebruik van met Google Beam. Zo kunnen gebruikers van de Galaxy Nexus bijvoorbeeld contactgegevens of routes uitwisselen door de telefoons even bij elkaar in de buurt te houden. Een meer praktische oplossing is betalen met je telefoon. Starbucks experimenteert al met de techniek in Groot Brittannië; vanaf begin dit jaar kunnen klanten daar met een app betalen door hun telefoon langs de betaalterminal te halen. Kleingeld behoort tot de verleden tijd. Wat betreft deze laatste functie heeft Apple natuurlijk Passbook aan boord, wat het betaalgemak voor een groot deel voor diens rekening kan nemen. Op zich is NFC niet meer dan een leuk handigheidje, maar je zou verwachten dat een apparaat als de iPhone 5 deze wel zou kunnen gebruiken, al is het alleen maar om app-ontwikkelaars meer opties te kunnen geven.

Groter scherm Inderdaad, de iPhone 5 heeft een langer scherm. Dat was ook wel nodig, want het scherm van 3,5 inch van de iPhone 4S was opvallend klein vergeleken bij de 4,8, 4,7 en 4,5 inch van respectievelijk de Samsung Galaxy SIII, HTC One X en de komende Nokia Lumia 920. De iPhone 5 zoekt de gulden middenweg en heeft zodoende een scherm van 4 inch. Maar is dit binnen het huidige technologische landschap wel voldoende? Uit de verkoopcijfers kunnen we afleiden dat de markt daadwerkelijk zit te wachten op een groter (en wellicht uitgebreider) alternatief naast de iPhone. Vorige week werd duidelijk dat de Galaxy SIII inmiddels meer was verkocht in de Verenigde Staten dan de iPhone 4S. Inderdaad, groter is niet altijd beter, maar een breder scherm biedt wel meer gebruiksmogelijkheden dan alleen een langer scherm. Telefoons zijn tegenwoordig mobiele computers waarop je foto’s en video’s kunt bewerken, documenten kunt inzien voor je een vergadering ingaat en die je gebruikt om te surfen op het web. Meer schermoppervlak (ook in de breedte) komt deze taken alleen maar ten goede.

Betere camera De iPhone 4 zette in 2010 een nieuwe standaard voor camera’s in telefoons. De kwaliteit was nu zo goed dat point-and-shoot camera’s niet meer nodig waren, je telefoon kon immers praktisch dezelfde kwaliteit kiekjes schieten. Combineer dat met de sociale en bewerkingsopties op de iPhone en je hebt een krachtige combinatie in handen. De iPhone 4S deed daar in 2011 nog een schepje bovenop: de 5 megapixelcamera uit de iPhone 4 werd vervangen met een camera van 8 megapixel. Wederom gaf Apple op dit gebied de toon aan en konden de concurrenten alleen maar meezingen. De camera in de iPhone 5 is op veel fronten dezelfde als die in de iPhone 4S. Hetzelfde diafragma van f/2.4, ook 8 megapixel en evenveel elementen. De verbeteringen zijn vooral softwarematig. Zo kan de iPhone 5 vooral in het donker mooiere foto’s maken en moet ook de ruisonderdrukking beter zijn. Ook dit vlak briesen de concurrenten hun hete adem bij Apple in de nek. De Galaxy SIII en de HTC One X hebben fantastische camera’s aan boord, die laatste zelfs een met een diafragma van f/2.0. Betere prestaties onder slechtere lichtomstandigheden dus. Ook Nokia beweert op dit vlak grote stappen te zullen maken met hun komende PureView technologie, maar dat kan pas bevestigd worden als iemand dat daadwerkelijk getest heeft.

De balans der macht in smartphoneland is verschoven. Apple geeft niet langer het tempo van de mars aan. Apple introduceert eens per jaar een nieuwe telefoon, de concurrenten komen meerdere keren per jaar met nieuwe modellen en adopteren nieuwe technieken vliegensvlug. Apple dreigt nu achterop te raken. Voordat de iPhone 5 werd onthuld ging het gesprek niet over de dingen waarvan we hoopten dat deze in de iPhone 5 zouden zitten, maar vooral de dingen die de iPhone 5 niet zou kunnen missen om bij te kunnen benen. Wall Street zou bijvoorbeeld een hartverzakking krijgen wanneer zou blijken dat LTE niet aanwezig zou zijn in de iPhone 5.

Nu zit het niet in de natuur van Apple om alles in hun producten te stoppen, simpelweg omdat het kan. Sterker nog, ze zijn succesvol geworden door het anders te doen en juist dingen weg te laten om de focus te kunnen leggen op de ultieme gebruikerservaring. Maar toch bestaat daar het gevoel dat de iPhone 5 meer had kunnen zijn. De kaarten liggen op tafel, de komende maanden moeten uitwijzen of de iPhone 5 inderdaad alle functionaliteit aan boord heeft om de tegenstanders op armlengte te kunnen houden.