Vandaag stonden opnieuw ergens ter wereld mensen in de rij voor een officiële lancering van de iPhone. Dit keer was het de beurt aan Peking, China, waar zo’n 300 mensen zich verzamelden.

Na een lange voorgeschiedenis van onderhandelingen, sloot Apple twee maanden geleden een overeenkomst met China Unicom voor de verkoop van de iPhone in de Volksrepubliek. Door met deze op één na grootste telecomprovider van China in zee te gaan, stapt Apple binnen in de grootste markt voor mobiele telefonie ter wereld (zo’n 700 miljoen gebruikers).

Maar maakt Apple een misstap? Door beperkingen die de Chinese overheid opgelegd heeft, wordt de iPhone verkocht zonder wifi. En aan deze gelimiteerde toestellen hangt een flink prijskaartje: omgerekend $1025,- voor het 32GB-model. Abonnementskosten komen daar nog bij. Hierdoor lijkt het aanbod erg onaantrekkelijk. Op de zwarte markt zijn al volop iPhone’s te koop, geïmporteerd vanuit het westen. Een 32 GB iPhone, met wifi, is dan al te koop vanaf $835,- Wat de kopers die vandaag in de rij staan voornamelijk drijft is de betere service en garantie.

Overigens heeft de Chinese overheid de regels met betrekking tot wifi eerder dit jaar versoepeld, waardoor de volgende lichting iPhones wel hierover kan beschikken. Nog een reden dus om je aankoop uit te stellen.