OMT Driehoek Copy 3

Zen and the art of MacBook maintenance

Soms, heel soms zijn er in een mensenleven van die momenten waarop alles lijkt te kloppen: de elektrische tandenborstel heeft voldoende lading, in de kast staat een nieuwe fles shampoo te te popelen om de lege te vervangen, het water in de Nespressomachine blijkt nog juist voldoende voor één dampend kopje Roma. Het ochtendblad is op tijd, de poezen rollen zich tevreden op in de krochten van de sofa, de mailbox rept van geaccordeerde offertes.

Er wordt gebeld aan de deur — een krachtige, masculine ruk klingelt de klepel bijkans uit het lood. Een heerschap met bescheiden snor presenteert een pakket in bruin karton. Schuin achter hem valt nog juist zijn voertuig te ontwaren. Golden brown… ‘Wilt u tekenen bij het lijntje, alstublieft?’

Inmiddels schrijven we een goede week later. Uit het karton was een doos tevoorschijn gekomen die vanuit de ooghoeken bekeken nog het meest weghad van de luxe verpakking van een fraai, handgenaaid overhemd. Het liften van het deksel leidde zonder verdere omhaal tot de onthulling van het objet d’amour: de nieuwe loot aan de appelboom, né MacBook Air — 11,6 inches groot, in serene rust in de zwarte binnendoos gelegen.

De introductie tijdens de obligate keynote was gepaard gegaan met de gebruikelijke hyperboliek, die alle initiële technolust bijna direct de nek omdraaide. Great. Fantastic. Unbelievable. Ongetwijfeld — maar was de vorige dat niet ook? En die daarvoor? Om over de volgende nog maar het zwijgen te doen.

En toch… Het viel niet te ontkennen dat er iets was, met die nieuwe machine. De relatief bejaarde processor omwille van een betere videochipset, de compromisloze keuze voor SSD-oplag, de letterlijk uit aluminium gehouwen behuizing — ultradun en toch solide als een reep 100% cacao… De website repte van ‘binnen 24 uur’ en één klik later was de bevestiging onderweg, niet veel later gevolgd door het apparaat zelf. Zou het, ditmaal?

Wie zich met enige regelmaat laat verleiden tot de aanschaf van een nieuwe Apple, weet dat het kan verkeren. Een scheef scharnier, een dode pixel, een beeldscherm met een troebele zweem, een jengelende harde schijf, een onzorgvuldige montage, een afbrokkelende plastic topcase — lang niet alle appels zijn gelijk geschapen, en in het dagelijks gebruik blijken lang niet alle zaken die op de ontwerptafel het ei van Columbus leken tot het ontdekken van een nieuwe wereld te leiden.

Hoe zou de nieuwe Air zich houden? Een week van proberen, installeren en daarna werken, vooral veel werken later, blijkt het zich te laten opsommen in drie woorden. Geweldig. Fantastisch. Ongelofelijk.

Waar een minder geslaagd model gedurende de gehele gebruiksperiode gelijk een steentje in het schoeisel blijft schuren, is een perfecte oogappel een voortdurende bron van plezier, die een zekere pride of ownership naadloos koppelt aan een merkwaardig stijgende productiviteit. De nieuwe MacBook Air behoort zonder twijfel tot de laatste categorie.

Al in de eerste uren van gebruik blijkt de gekozen combinatie van componenten prima in balans: het apparaat kenmerkt zich bij voortduring door een trefzekere souplesse. Programma’s starten in een oogwenk, bestanden laten zich razendsnel openen en bewaren en na openklappen van het beeldscherm is de Air letterlijk direct gereed voor actie.

En hij is stil. Heel stil. Heel erg stil.

In tegenstelling de MacBooks Air van voorgaande generaties, die aansloegen als een astmatische dashond in een rokerscafé zodra er meer activiteiten op werden ontplooid dan enkel het bepotelen van het trackpad, is de nieuwste generatie nagenoeg onhoorbaar. Zelfs wanneer de werkdruk het kleine ventilatortje noopt om lustig zijn rondjes te draaien is er doorgaans niet meer te horen dan een zacht en vriendelijk geruis — en dat nog enkel wanneer het apparaat gelijk een schelp tegen het oor wordt gehouden, een werkhouding die op het vlak van de ergonomie weinig applaus zal opleveren.

‘De toekomst van de laptop’, was het credo dat aan de nieuwe Air werd meegegeven. Mocht dat werkelijk zo zijn, dan is er hoop voor de mensheid. Het samenspel van de solide behuizing, het full-size toetsenbord en het belachelijk dunne maar kristalheldere (en bovendien weinig reflectieve) beeldscherm maakt het werken op het apparaat tot een bijzonder plezierige ervaring.

Het vedergewicht dat een pak suiker maar net overstijgt en de batterijduur die in praktijk met regelmaat tot boven de zes uur blijkt te pieken, maken het bovendien tot een gewillige metgezel buiten de vertrouwde omgeving van huis of kantoor. De iPad kijkt met lede ogen toe…

Natuurlijk — de nieuwe Air is niet voor iedereen. Wie veel werkt met beeld (stilstaand of bewegend) en geluid, kan zijn compromissen beter in de Pro-lijn zoeken, met meer geheugen en grotere schermen. Wie graag zijn complete mediacollectie wil opslaan, zal zijn opslagruimte zien verdwijnen als sneeuw op de eerste lentedag en met weemoed terugdenken aan zijn royaal bemeten harde schijf. En zo zijn er nog tal van scenario’s denkbaar waarin een andere Mac betere diensten zal bewijzen. Gelukkig blijven ze die daar in Cupertino gewoon maken, naar verluidt…

Wie echter vooral ideeën vangt, research pleegt, met woorden werkt en online communiceert, heeft goede kans om in de nieuwe Air de ultieme Mac te vinden om zich in volle concentratie, op ieder gewenst moment en op iedere voorhanden lokatie te storten op zijn bezigheden — hooguit sporadisch afgeleid door de verwondering dat het gebrek aan kritische massa de gebruikerservaring op geen enkele wijze lijkt te belemmeren.

En dat is best iets om vrolijk van te worden. Al was het maar voor heel even.

Archief